Belichamen, Lichaamswerk, Vertrekken

Er mag wel wat vuur bij!

Vuur. Er mocht wel wat vuur bij vertelden mijn lichaam en mijn organen… Hoe dan? Wat dan? Mijn hoofdpijn en galblaas hielpen me op weg. En allerlei gebeurtenissen de afgelopen week. Het was flink intens, ik voel me opengebroken. En ik zie het ook om mee heen. De intensiteit en het openbreken. Soms met een harde knal en veel pijnlijkheid.

En vuur betekent in mijn geval. Mezelf te uiten. Ook boos te mogen zijn. Het ongemak te voelen. Het gemis toe te laten. En zo alle kleine meisjes in mezelf welkom te heten.

Er werd een flink thema rondom afwezigheid geraakt in mij. Afwezige mannen. Een afwezige lief. Mijn afwezigheid en geen kritiek, feedback of sturing durven geven.

En op vaderdag kwam er van alles bij elkaar.

Ik bracht mijn vuur in. In de tantradag die Paul en ik faciliteerden spuwde ik vuur over de verbinding tussen de mannen die ik had gemist.

Hortend, stotend, huilend.
Mijn boosheid te uiten.
Met een hart dat bijna ontplofte in mijn borst.
Waar ik ook gelijk aangaf.
Deze boosheid is van mij.

Op de terugweg in de auto pakte ik ‘m opeens.
Op vaderdag.
En huilend, schreeuwend zei ik de woorden die ik als kind niet gezegd heb.
Papa, ik heb je zo gemist!

Mijn boosheid die smolt in een gemis.

En ik zag hoe ik boosheid, dat vuur niet durfde te uiten.
Een meisje dat bang is om boos te worden.
Zo bang dat de afstand, de afwezigheid nog groter zou worden.
Hoe ik nog meer alleen zou komen te staan.

Het te uiten. Het stem te geven. Het vuur vanuit mijn zonnevlecht naar buiten te laten komen. Het vuur van mijn hart op mijn tong te laten liggen en in beweging te brengen. Eruit, eruit, eruit. Het mag eruit. Het mag stem krijgen. Geluid.


De foto is gemaakt op de bruiloft van Auke en Marleen.
In een lastig, ongemakkelijk en tegelijkertijd wonderschoon moment.
Eerder kon ik dit niet.
Mezelf openen en zo laten zien.
En nu op deze foto.
Zie ik de schoonheid van wat er allemaal aanwezig is.
All inclusive!


Ik dacht dat ik een ander de ruimte gaf door niet te delen waar ik last van had. Het waren tenslotte geen grote dingen. Wat ik echter nu zie is, dat ik door kleine dingen niet te uiten, ik een stap terug doe. Een stap uit de verbinding met mezelf. En daarmee uit de verbinding met de ander.

Het maakt me duidelijk dat kleine en grote dingen relevant zijn om te benoemen en te bespreken. Ik weet niet eens of er een verschil is tussen iets groots en iets kleins. Als iets raakt. Dan is het essentieel. En dan ligt er de uitnodiging om er iets mee te doen.

Als ik mezelf niet inbreng. Als ik teveel ga pleasen. Dan leef ik een stukje van mezelf niet. Dan vertrek ik van mijn bodem. Van mijn grond. Het vuur is echt nodig. Het gaat over mijn leiderschap. Bij te durven sturen. Te durven luisteren naar de fluisteringen van mijn hart. En die te uiten.

En hoe ik dat welkom in mezelf heet. Het zijn met het ongemak. Mezelf erover uitspreek. In het vuur ga zitten. Met mezelf. Met de ander.

I will meet you in the fire.
En dat is waar ik zoveel meer aarde voel in mezelf.
Alsof mijn wezen een stap naar voren doet.
En in beweging komt.
Leiderschap!

You might also like

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *