Hart

Mijn sprookje

Ik ben mijn sprookje aan het schrijven. Mijn levensverhaal. En dit is waar ik nu zit. Dit is het laatste deel van mijn sprookje. Een boodschap van zelfliefde, eigenwaarde en ongecensureerd mezelf zijn. De afgelopen tijd komt heel precies dat naar boven wat gezien wil worden. Er wordt net zo lang geduwd totdat het aan het licht komt. De relatie met mijn lief in deze vorm klopt niet meer en we laten beide los.

Ze waren samen onderweg. Hij voelde als haar zielsmaatje en zat heel licht samen met haar aan het vuur. Gaandeweg ontdekte ze dat ze toch weer aan het zorgen was. Zij hield zijn hart in haar handen. Zij zorgde voor de levendigheid en de liefde. Waar haar wond werd aangeraakt rondom verlaten worden, werd zijn wond aangeraakt rondom vrijheid. Zij wilde verbinding, hij wilde om zich heen kijken.

Ze voelde hoe ze veels te hard aan het werk was geweest. Ze mocht vooral haar eigen hart voeden. Leren hoe ze ongecensureerd zichzelf mocht zijn. Zonder te pleasen of iemand anders gelukkig te maken. Het leven klopte op haar linkerschouder, zette zich vast en fluisterde: zelfliefde.

In een ritueel waarin ze de dankbaarheid naar elkaar uitspraken voelde ze hoe de liefde stroomde. Hoe ze beiden echt waren. Dat ze er zo naar had verlangd naar deze echtheid. En om hem op deze manier te zien. Zijn hart open. Zijn ogen geraakt en vol liefde. Terwijl ze elkaar vasthielden en ze zijn gezicht streelde zei ze. Ik houd van je. Ik houd echter nog meer van mezelf. Daarom moet ik nu gaan.

Het was hard, pijnlijk, rauw en tegelijkertijd voelde ze hoe ze die liefde die ze zo gezocht had. Die liefde die ze als ziel hier op aarde wilde brengen samen met het licht. Die liefde was niet buiten. Die liefde was in haar. En daarom kon ze overal liefde ontmoeten. In alle creaties van moeder aarde. De bloemen, planten, bergen, bomen en dieren. En ze voelde hoe haar hart in haar borst wat meer naar achter bewoog. Wat meer naar zichzelf en haar achterkant. Ze voelde hoe ze haar zelfliefde nog meer mocht laten groeien en zich daarmee wilde vullen.

Het licht en de liefde die ze zocht zag ze glinsteren en weerkaatsen in de spiegel. Ik ben het al. Ik ben er al. Het was er al die tijd al. Ze glimlachte een brede lach en voelde de pijn en het geluk in zichzelf. Als twee kanten van dezelfde medaille. De roze liefdesbril zette ze op haar haar terwijl ze zachtjes met haar handen de aarde omwoelde.

Achter haar zat een grote bruine beer, waar ze heerlijk tegen aanleunde en die zei: kom maar het is winter, rust maar, voel maar het bloed in mijn aderen kloppen en adem uit, ontspan en zak nog wat dieper in deze winterige warmte en in jezelf.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *